Mozes stond eens voor een zware opgave. Zo lang hij zijn armen opgeheven hield, ontving het volk de zegen en bescherming van God. Dit moest hij tot zonsondergang volhouden. U kunt zich voorstellen dat dat een onmogelijke taak is. Toen de handen van Mozes zwaar werden, legden Aäron en Hur een steen onder hem neer, zodat hij kon gaan zitten. En zij ondersteunden beiden één van zijn armen, elk aan één kant.
Elkaar helpen, tot baat van alle inwoners. Dat mogen wij ook doen. Degenen die sterk zijn, moeten niet alleen zichzelf willen behagen, maar degenen die minder sterk zijn helpen met het dragen van de lasten. Op die manier bouwen we elkaar en onze stad op.
Deze week is de Week van gelijke kansen. Kinderen die opgroeien in arme wijken hebben minder kans op een goede toekomst dan hun leeftijdsgenoten uit meer welgestelde omgevingen. Dat moet meer gelijk worden getrokken. Wij dienden gisteren de motie “een rijke schooldag voor alle kinderen in Arnhem-Oost” in bij de behandeling van de begroting 2025.
We hebben het hier vanavond al een aantal keer gehad over kerntaken en ambities. Maar als we het hebben over dingen die we moeten doen, wil ik het ook graag hebben over dingen hoe we die dingen doen.
Spreek de waarheid tegen elkaar, oordeel naar waarheid in uw poorten, met een oordeel dat de vrede dient.
Een oproep uit Zacharia, die wij waarschijnlijk allemaal kunnen onderschrijven. We moeten de waarheid spreken, oprecht zijn en in vrede met elkaar leven. De waarheid spreken is niet alleen een gunst aan een ander. Maar ook aan jezelf. En het versterkt de band tussen de verschillende partijen.
Voor ons liggen de Perspectiefnota en de Jaarstukken. We kijken vooruit en blikken terug. Daarbij moeten we eerlijk naar elkaar zijn en beoordelingen maken die onze stad dienen.